Havik

Heerser van het bos

Beangstigend snelle, felle en gracieuze jager op vogels in het bos

Nederlandse naam

Havik

Wetenschappelijke naam

Accipiter gentilles

Betekenis latijnse naam

Snelle grijper (Accipiter), edel (gentiles)

Inleiding

Roofvogels zijn een bekende verschijning in de Nederlandse natuur. Toch is dat niet altijd zo geweest. En als we naar de ons omringende landen kijken komt Nederland er zelfs nog bekaaid vanaf. Er komen zo’n twaalf tot veertien soorten voor als vaste of tijdelijke bewoner. Toch mogen we niet ontevreden zijn. Was in de eerste helft van vorige eeuw de roofvogelstand al niet bijzonder hoog, in de jaren zestig, begin jaren zeventig was de roofvogel nauwelijks meer aanwezig in Nederland. Met dank aan onze ‘heldere’ inzichten om de landbouw productiever te maken d.m.v. allerlei pesticiden. Omdat roofvogels aan de top van de voedsel keten staan kregen zij de cumulatieve hoeveelheid gif binnen via hun prooidieren. Met als gevolg mislukte broedsels, mismaakte jongen, vroeg stervende ‘gezonde ‘ dieren, enz. Sinds het verbod op pesticiden eind jaren zestig zit de roofvogel, en het roofdier in het algemeen, weer in de lift.

Ik wil jullie meenemen naar de leefwereld van de roofvogels in de regio van de gemeente Heusden, meer bepaald de Elshoutse wielen en Loonse en Drunense duinen en de uitlopers hiervan. De voorkomende soorten zijn: Buizerd, Havik, Sperwer, Torenvalk, Wespendief en Boomvalk.

Dit artikel gaat over de Havik.

Uiterlijk

Algemeen:

Grootte 48-61 cm
Spanwijdte 98-117 cm
Voedsel Vogels. vogels (middelgroot), kleine zoogdieren
Broedtijd 41 dagen
Nest tijd 40 dagen

 

7866 havik vrouwtje volwassen

De Havik spreekt bij vele tot de verbeelding. Als een van de krachtigste en grootste roofvogels van Nederland maar ook een van de meest verscholen levende, blijft er voor veel mensen een waas van geheimzinnigheid om heen hangen. Je ziet hem zelden en als het wel een keer gebeurd dan is dat meestal in een flits. Alleen tijdens de balts periode , van half februari tot eind maart, wil hij (of zij) nog wel eens boven het bos rond cirkelen waar je hem dan duidelijk kunt zien. Voor de rest komt hij het bos nauwelijks uit lijkt het (zie Habitat). En in tegenstelling tot de Buizerd hoor je hem niet zo vaak. Het kekkerende geluid wat hij maakt is zeer krachtig en soms wel een kilometer verderop te horen.
De Havik is iets groter dan de Buizerd, een bekende vogel, wordt beweerd maar dat is niet helemaal juist. Dat geldt alleen voor het vrouwtje. Het mannetje is beduidend kleiner dan het vrouwtje en ongeveer net zo groot als de Buizerd. De lengte varieert van ca. 48 tot 61 cm. (Buizerd 51-57cm).
Beide geslachten zien er wel hetzelfde uit. Een volwassen exemplaar, ouder dan een jaar, heeft een witte borst met fijne grijze dwarsstrepen, een grijsbruine rugzijde en een zeer krachtige, misschien wel strenge, kop. Vooral die kop spreekt erg aan. Een zeer krachtige snavel, met gele doppen geaccentueerd. Boven de ogen, fel geel (vaak vrouwtje) of oranje, een streep als een wenkbrauw. Al met al een kop die een en al autoriteit uitstraalt.
De vleugels zijn gemaakt voor de wendbaarheid, relatief smal en min of meer spits eindigend. De wendbaarheid in een bos is natuurlijk een must. 971 havik jong De arm- en handpennen (of slagpennen) hebben altijd donkere banden met daartussen lichtere vlekken, vensters genaamd. De vensters groeien naarmate de vogel ouder wordt steeds meer dicht en worden dan grijsbruine vlekken. De leeftijd van de ouder vogel is hier redelijk goed mee te bepalen. De schacht van een veer van een Havik is altijd grijsbruin en dat onderscheidt hem van de Buizerd. Die heeft altijd een witte schacht.
Een juveniele Havik heeft echter geen horizontale grijze strepen maar bruinige verticale korte strepen. (zie foto rechts, juveniel vrouwtje). Na de eerste rui komt het uiteindelijke verenkleed tevoorschijn.
Even wat feitjes op een rij. Het mannetje weegt gemiddeld ongeveer 700 gram (spreiding is zo’n 370 gram! tussen meerdere mannetjes gemeten) en het vrouwtje gemiddeld 1200 gram (spreiding ongeveer 150 gram). Dat zien we zo snel niet als er een voorbij vliegt. Dat is beter te zien aan de spanwijdte: Net geen meter voor het mannetje maar ongeveer 115 cm voor het vrouwtje. De vleugel oogt veel forser dan bij het mannetje.

Verspreiding

De Havik komt tegenwoordig in heel Nederland voor, zelfs in parken in steden alhoewel het daar nog een zeldzaamheid is (en vermoedelijk zal blijven). Van ouds her kwam hij alleen voor in de bosrijkere gebieden, de zandgronden van zuid-Groningen via Drenthe, Twente en de Achterhoek naar grote delen van Noord-Brabant. Hier kwamen van naturen al veel bossen voor, vooral naaldbossen. Met de drooglegging van de Flevopolder en daarmee het ontstaan van (aangeplante) bossen trok hij ook naar het westen waar kleinere bossen en bosjes (nog kleiner dan kleinere dus) ging bevolken. Ook de moerasbossen en bossen in het westelijk duinengebied werden bezet, met uitzondering van het zuidwestelijke deel van Zeeland. Kortom, de Havik hoort bij bos. In onze regio komt de Havik voor in grote delen van de Loonse en Drunense duinen en uitlopers daarvan.

Aantallen

9367 havik jongOok de Havik heeft te maken gehad met de dommigheid van de mens. Zijn wat geheimzinnige levensstijl (vriend van de duivel) maar ook zijn uitstekende jacht kunsten maakten en maken hem tot vijand van de jagers, stropers en bijgelovige. En dat alles natuurlijk onterecht. Alles in de natuur bestaat omdat het bestaansrecht heeft.
Halverwege de jaren vijftig van de vorige eeuw wordt het aantal geschat op ongeveer 400 broedparen. Was dat al niet erg veel, pesticide gebruik in de jaren 60 bracht dit aantal nog verder terug: rond de 80 broedparen. Na het verbod op pesticiden, begin jaren 70 liep het aantal weer omhoog. Rond de 1500 halverwege de jaren tachtig, en 1800 rond 1990. Hier stabiliseert het aantal broedparen zich. Ook nu (2012) zijn er een geschat aantal van 1500 tot 2000 broedparen in heel Nederland. Over de aantalsontwikkeling in onze regio is mij niets bekend. Toen ik startte met inventariseren was het aantal al gestabiliseerd. Aangenomen mag worden dat de landelijke tendens gevolgd is en het aantal broedparen niet verder zal uitbreiden en op ongeveer 15-20 paren blijft in het hele gebied van de Loonse en Drunense duinen. Het gebied dat ik inventariseer heeft er ongeveer 7. (Zie link verderop voor gegevens hierover). In de hele gemeente Heusden zal dit aantal waarschijnlijk niet veel hoger zijn, ik schat dit op 10-11.

Habitat

Zoals uit het voorgaande blijkt is de Havik vooral een bosbewoner. Dat houdt niet in dat hij daar niet uitkomt. De bosgebieden moeten afgewisseld worden met open stukken landschap waar hij laag over de grond jaagt en verassingsaanval uitvoert op voornamelijk vogels. Op een paaltje in de wei zal je hem echter niet zien. Een bewoner van voornamelijk bos en gedeeltelijk half open landschap dus. Een geslagen (gevangen) vogel of andere prooi zal in de beschutte omgeving van het bos geplukt en gegeten worden. Als uitgesproken bosbewoner wordt er echter voornamelijk gejaagd in de bossen zelf. Plukresten van een Havik zijn makkelijk te herkennen: Bijna altijd beschut achter een struik of omgevallen boom in het bos.
De Havik is een standvogel en blijft dus in de winter in zijn eigen territorium. Hier bevindt zich zijn horst (nest), vaak meerdere. Er wordt geregeld van horst gewisseld en zelfs nieuwe gebouwd. Vermoedelijk heeft dat te maken met parasieten die voorgaand jaar aangetrokken zijn door bewoning. Mogelijk heeft het ook met verstoring in voorgaand jaar te maken. Echt duidelijk is het dus niet waarom er gewisseld wordt door de jaren heen. Een horst van een Havik kan erg groot zijn, tot wel meer dan 1,5 meter in doorsnee en meer dan 80 cm hoog gebouwd (er is ooit een horst gevonden van ca. 160cm hoog!) in een V van een paar stevige takken of tegen de stam aan gebouwd. De meeste horsten worden gebouwd in naaldbomen. Naast de territoriale Havik paartjes zijn er natuurlijk ook solitaire Haviken. Je komt ze zelden tegen en af en toe hoor je ze. Dat ze er zijn is wel duidelijk. Als een van de vogels van het paartje overlijdt wordt de plaats vrijwel direct ingenomen door een ander exemplaar.

Voedsel

Gelet op zijn bouw is een Havik een echte jager. Zowel in bos als in open vlaktes is hij snel en wendbaar. Dit wil niet zeggen dat een Havik aas onaangeroerd laat maar de voorkeur gaat uit naar vers vlees. Hoofdbestanddeel van zijn voedsel zijn vogels ter grootte van een duif en soms zelfs groter. Tot zijn menukaart horen alle soorten duiven, ekster, gaaien, kraaiachtigen, weide vogels, meeuwen, enz. Maar ook kleinere vogels en zoogdieren worden niet overgeslagen: Merels, lijsters, mezen, eekhoorns, konijnen, marterachtige, enz.
In de zomer is het aanbod vele malen groter dan in de winter. Beter nog, het wemelt van de klunzige, net (niet) uitgevlogen jongen vogels. En daarbij worden de jongen van vakgenoten en uilen ook niet gespaard: Wespendief, Buizerd, Torenvalk, Sperwer, Rans-, Bos- en velduilen en zelfs Havik. Toch zonde dat je jonge geplukte Uilen, Buizerds en Sperwers tegenkomt die je hebt zien opgroeien. Andere soorten roofvogels als prooi heb ik zelf nog niet gezien maar het is wel bekend dat dit gebeurd. Overigens moet opgemerkt worden dat het aantal opgepeuzelde vakgenoten niet erg hoog ligt maar altijd nog meer is dan weidevogels, ca. 3% van het totaal aantal prooien.
Weidevogels worden dus minder gepakt dan door de media (en die baseren zich op aantallen van weidevogel beschermers en natuurbeheerders) wordt gesuggereerd: ca. 1,5%. Ook voor de Havik geldt dat een grotere prooi energetisch meer opbrengt dan kleine prooien. Je zult maar achter een mees aan moeten jagen, je vult daarmee alleen een holle kies. Dat kleinere ‘spul’ wordt dan ook maar incidenteel gepakt. En ook grote prooien komen op het totaal maar weinig voor. Het risico om vogels als Rietgans te pakken is groter dan bij een duif, een klap van een vleugel kan de Havik aardig beschadigen met alle gevolgen van dien.

Reproductie

9278 havik 2 jongIeder voorjaar is weer de drukste periode van de meeste diersoorten, zo ook van de Havik. Het voortbestaan van de soort staat op het spel dus jongen groot brengen is het devies. De nestbouw komt in een afrondende fase, hier wordt vaak al mee gestart voor de winter, of een bestaand nest wordt opgekalefaterd en de eieren kunnen gelegd worden. Let op mannen onder ons. Wat potentie betreft kunnen we niet tippen aan de Havik. Van ongeveer 6 weken voor de ei leg start de bevruchtingsperiode. Periode inderdaad en dat houden ze dus zes weken vol. En met dan ongeveer elk uur een keer een bevruchting mag je blij zijn dat het gelukkig laat licht wordt en vroeg weer donker. Even rust. Deze periode resulteert in ei leg vanaf eind maart – begin april. Tussen de 1 en 5 eieren worden gelegd en gemiddeld is dat ongeveer 3,5 ei per nest. De start van de ei leg is afhankelijk van de voorgaande winterperiode. Strenge winters hoeven niet per definitie een late leg in te houden maar als een winter tot in maart duurt is dat meestal wel wat er gebeurd. En daarbij komt nog dat wij een strenge winter vinden (2010 en 2011) in werkelijkheid helemaal niet zo streng is.
Ook bij Havik8950 havik jongen is het aantal broedparen waarbij beide vogels volwassen zijn veruit in de meerderheid, rond de 65%. En van de combinatie adult-juveniel is de combinatie volwassen man met juveniele vrouw favoriet. Niet zo verwonderlijk want de Havik man verzorgt tijdens de broedperiode de inkopen en levert dus de gevangen prooien aan. En ervaren mannen zijn er bekwamer in dan de juveniele mannetjes. Bovendien is de legsel grootte bij ervaren vogels hoger, dus meer jongen.
Het aantal uitgevlogen jongen is gemiddeld 2,14 , gemeten over meerdere jaren (eigen waarneming in LDD*). Landelijk ligt dit aantal waarschijnlijk iets hoger. Jonge vogels trekken weg uit hun geboortegebied maar de afstand is niet zo groot als bij Buizerds, slechts ongeveer 20 km.
Gemiddelde levensverwachting van een jonge Havik is 4,5 jaar maar ook hier geldt dat als het eerste jaar overleefd wordt de kans op ouder worden aanmerkelijk stijgt (gemiddeld dan ruim 5,5 jaar). Het hoge percentage dat de eerste winter niet overleefd (ca. 40%) drukt dus het totale gemiddelde. De echte geluksvogels kunnen 16 /17 jaar worden, een leeftijd die zeer zelden gehaald wordt.

Tot slot

Ondanks zijn geheimzinnige leefwijze is de Havik een erg interessante roofvogel. Misschien wel juist dankzij die leefwijze. Niets rechtvaardigt de vervolging waar de Havik, meer nog dan andere soorten roofvogels, aan blootgesteld wordt. En nu we het daar toch over hebben: Het menu van de Havik bestaat voor minder dan 1,5% uit weide vogels. Er kan dus geen enkele reden zijn voor weidevogel beschermers en natuurbeheerders om hierdoor een aversie tegen de Havik te hebben. Een gemiddelde maaimachine hakt er meer aan mootjes. Overigens heb ik niets tegen weidevogel beschermers, ze doen zelfs heel goed werk. En voor de postduiven geldt hetzelfde. Slechts een zeer klein percentage van de prooien is postduif en ze komen lang niet allemaal uit Nederland. Gedurende zijn leven houdt de Havik de stand van vogels op peil en voorkomt hiermee dat we door de vogels het bos niet meer kunnen zien en de zwakkere en zieke exemplaren elimineert. Laat hem zijn werk doen en geniet er van.
Een aantal gegevens komen uit het boek van Rob Bijlsma: Ecologische atlas van de Nederlandse roofvogels. Helaas niet meer te koop maar heb je de kans op een tweede hands exemplaar laat die dan niet liggen.

* LDD betekent Loonse en Drunense duinen en omgeving

Related Articles

Sperwer

Buizerd

Free Joomla! templates by Engine Templates